Leja is geboren in Dubbeldam; de kenners onder ons weten dat dat net ten zuiden van Dordrecht ligt. Ze heeft daar haar jeugd doorgebracht en ging, ondanks dat het een christelijke omgeving was, naar de openbare lagere school. Dat was de uitdrukkelijke wens van haar ouders, die zich erg inzetten voor alles wat openbaar was. Een school met maar 3 lokalen, zodat er meerdere klassen bij elkaar in een lokaal zaten.
Haar grootouders woonden in Dordrecht en toen die wat mantelzorg nodig hadden is het gezin naar Dordt verhuisd zodat haar moeder die zorg kon geven.
Toen ze in september 1962 naar de middelbare school ging, kreeg ze in oktober een ernstig verkeersongeluk, lag een aantal dagen in coma, waardoor ze pas weer na de kerstvakantie terug naar school kon. De achterstand die ze daardoor opgelopen had uitte zich uiteindelijk echt in het 3de jaar, waardoor iedereen het over eens was dat er een jaar gedoubleerd moest worden. Handiger was het om over te stappen van het gymnasium naar de 4de klas van de MMS, die vlot afgemaakt werd.
En toen ……toch maar praktisch bezig zijn en een opleiding volgen als directiesecretaresse.
Een baan was snel gevonden: de verkoopdirecteur van Tomado in Dordrecht zocht een secretaresse en ze kon direct in dienst treden. Hoera, want het bedrijf had ook een huis en voldoende artikelen om het in te richten en in 1970 trouwde Leja, 20 jaar jong met haar vriendje van de middelbare school, Jaap van Duffelen.
In 1971 stapte ze over van het bedrijfsleven naar de ambtenarij, de gemeente Ridderkerk.
Toen echter haar man tijdens zijn studie Electrotechniek in Delft, daar ook een eigen bedrijf wilde beginnen, was een verhuizing naar Delft een logische stap. Leja werd secretaresse van de toen net in Delft benoemde Burgemeester Ad Oele.
Leja en Jaap werden beiden zeer actief in de Delftse VVD. Hij in de gemeenteraad en zij in het afdelingsbestuur. Woelige jaren in de lokale politiek. Er was nog geen STIP, studenten techniek in politiek, en de VVD maakte een bloeitijd door, een fractie van 8 leden en 2 wethouders in het College van B&W.
Het bedrijf MRL, ooit begonnen in de huiskamer en in 1975 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel groeide. Burgemeester Oele opende de eerste winkel voor hobbycomputers in Nederland aan de Vrijheidslaan. Jaap de techniek en Leja de administratie, correspondentie, facturering etc. In 1978 opende Burgemeester Gallas aan de Buitenhofdreef het MRL gebouw, met een showroom, werkplaats en kantoor waar geïmporteerde computersystemen van maatwerk software werden voorzien.
Leja ging in 1978 full time voor MRL werken. Dat jaar werd ook de eerste van twee kinderen geboren.
Te hard gegroeid?
Tachtiger jaren: de enorm fluctuerende dollar, veel hardware die ingeklaard moest worden, niet eenvoudig om de goederen snel en op tijd door de douane te krijgen, dat samen met en het vele personeel, het werd een onhoudbare zaak en de B.V. ging in 1985 ter ziele ging. Helaas, helaas …….
Door al die spanningen stond ook het huwelijk onder grote druk en was het niet mogelijk om het door te zetten. Leja heeft dit altijd heel triest gevonden.
Zij stond er vanaf dat moment alleen voor om de kinderen groot te brengen en nog voor een goed inkomen te zorgen.
Omdat voor de toekomstige tijd veilig te stellen leek het weer oppakken van de studie rechten in Leiden (in 1977 was het colloquium doctum behaald en een deeltijd studie gestart) de uitkomst. Echter, als je een uitkering hebt mocht je toentertijd niet studeren. Maar er kwam iets op haar pad wat de oplossing bleek te zijn. Het Arbeidsbureau Delft mocht een tiental vrouwelijke kandidaten voordragen voor de nieuw gevormde Bestuursacademie. Vrouwen met een academische opleiding werden er in enkele jaren opgeleid voor een functie bij de lagere (lokale of provinciale) overheid. Soms moet je geluk hebben en Leja was een van de 10.
Na de studie was er een baan bij het Integraal Kankercentrum West in Leiden, waar ze in 1989 projectmanager bevolkingsonderzoeken werd. De invoering van het bevolkingsonderzoek op borstkanker vroeg naast medische expertise ook een systeem om de vrouwen in de doelgroep op te roepen, dus aanlevering van naam/adres/woonplaats gegevens, wat overleg met iedere gemeente betekende en afstemming over een geschikte plaats voor de onderzoeksbus. Het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker werd opnieuw vormgegeven en waar het huidkanker betrof kwam er de Sproetenbus aan de stranden langs de Noordzee in de zomer.
Eind 2000 was de betrokkenheid met het onderwerp kanker veranderd. Inmiddels waren ook de kinderen het huis uit.
Na een sabbatical in Spanje, El Bloque, een centrum voor spirituele ontwikkeling, kwam er een periode met verschillende projecten: herdenking 400 jaar VOC in Delft; de introductie van de allochtone zorgconsulent in de Delftse gezondheidszorg; de Kinderacademie, een weekendschool voor Delftse kinderen die wel wat extra aandacht kunnen gebruiken.
In de jaren tussen 1990 en 2012 was Leja ook lid van de Delftse Gemeenteraad. Niet aaneengesloten, maar met enkele onderbrekingen, opgeteld wel 14 jaar.
Leja en het Meisjeshuis
Rond 2003 nam zij zitting in het bestuur van Societeit Het Meisjeshuis! De overstap van bestuurslid naar wat werd genoemd de Moeder Overste functie in het MH werd gemaakt toen in 2005 de sociëteit open ging. Maar dat eindigde na twee jaar, toch eerder dan gedacht.
Nog geen tijd voor pensioen en Leja ging een nieuwe uitdaging aan. Deltares, opgericht uit 4 bedrijven: het Waterloopkundig Lab, GEO Delft, delen van TNO en delen van Rijkswaterstaat, moest de medezeggenschap vanuit deze diverse achtergronden tot een geheel en goede samenwerking vormen. In de functieomschrijving stond de nieuw te benoemen secretaris die dit traject gaat begeleiden dient gevoel voor politieke verhoudingen te hebben! Het was een leuke baan tot aan de pensioenleeftijd.
In het eerste pensioenjaar kwam de tijd om te gaan reizen, b.v. een heel interessante reis naar China. En de kleinkinderen, dus de oppasdagen kwamen.
Leja had haar hele leven al veel gewandeld, verschillende lange afstandspaden in Nederland en delen van het Pieterpad, zodat een pelgrimstocht naar Santiago de Compostella bijna een automatisch vervolg was. Het totaal van de stempelkaarten stond voor de eerste trip naar Santiago op 1.800 kilometer. Na de Franse route, werd ook de Portugese en Engelse route naar Santiago gelopen. Aan het einde van het camino-tijdperk werd er vrijwilligerswerk gedaan op het ontvangstbureau voor de pelgrims naast de kathedraal van Santiago.
Een nieuw tijdperk wandelen was al begonnen als er geen Corona zou zijn geweest: the Sultan’s trail, een pad van Wenen naar Istanbul.
In haar jeugd heeft Leja in Dordrecht nog gekorfbald, in de beginjaren in Delft werd er paardgereden in manege De Prinsenstad, golf is ook een tijd een uitdaging geweest, zeker als je zo dicht bij Delfland woont.
De mooiste innerlijke rust heeft ze toch gekregen door het zijn van pelgrim, wat een echte beleving is. De emotie dankbaarheid wordt als pelgrim dagelijks heel bewust ervaren.
Bij dit alles werkt Leja ook al bijna 20 jaar als bijzondere ambtenaar van de burgerlijke stand. En in die functie heeft ze ook haar eigen zoon mogen trouwen.