terug

Els Wallenburg – 69 jaar

De Delftse Blik,
Via google zoek ik ‘Delftse blik’, er verschijnen allerlei Delfts blauwe blikken in beeld en daaronder ‘De Prinsenhof, De Delftse Blik.
Ik open mijn blik van binnenuit en laat NU de vrouwen van Delft ‘ins blaue hinein’ tot leven komen’.

Ik loop naar de kast en pak daar 2 munten uit: De Delftsche Duyt en de Nederlandse gulden, beiden uit zowel de vorige eeuw als millennium.
Ik verwonder me en vraag me af: “Wat is ZIJN in de TIJD, 2 decennia in het nieuwe 2000 tijdperk.

Mijn leeftijd is een prachtig spiegelend getal, 69.
34 Jaar woon ik nu in Delft, en we maken NU bijzondere tijden door.
Een minuscuul onzichtbaar nieuw virus heeft vorig jaar de hele wereld op zijn kop gezet en ons allemaal met de grootste mogelijke tegenstellingen geconfronteerd, een grens tussen leven en dood; een confrontatie met en alle mogelijke regels om controle te kunnen houden in het nieuwe NU.
Hoe blij en dankbaar kunnen, mogen en moeten we zijn met de technische mogelijkheden van NU: de virtuele wereld valt in tijd opeens samen met de werkelijke wereld, de grootste afstanden overbrugd.
Mijn man en ik zijn nu vaak in onze stacaravan op de Veluwe; een oude eenvoudige stacaravan, maar die NU samen met de omringende natuur opeens voelt als vorstelijk verblijf.

Ik droom weg ‘ins blaue hinein’; de munten rollen naar het centrum van onze stad en blijven liggen bij het Blauwe Hart, dat 2 jaar voor de eeuwwisseling naast de Nieuwe Kerk is geplaatst.
De Delftse Duyt (1996), uitgegeven voor het 750 jarig bestaan van Delft, laat nu 3 koppen zien: Graaf Willem II, Prins Willem I en Koningin Beatrix; 2 mannen en
1 vrouw. Was Prins Willem I niet indirect door de Spaanse Koning vermoord? Corona het Spaanse woord voor kroon; een kroonziekte in onze Prinsenstad?

Bij dit blauwe hart wil ik jullie graag mijn eigen harte-verhaal vertellen.
Drie jaar geleden, in de nacht die schrikkeldag had kunnen zijn, vertrouwde ik als hartpatiënt mijn hart niet. Voor een dotterbehandeling werd ik in allerijl per ambulance overgebracht naar Den Haag. Bij de katheterisatie bleken alle aderen open en de arts vertelde me niet te weten waar hij de stent kan plaatsen”. De katheter werd uit mijn pols getrokken en ik zei; “Het gaat niet goed…………………………
…………. Van ver naar dichtbij hoorde ik mijn naam noemen en langzaam keerde ik weer terug. Ik opende mijn ogen en keek in de ogen van de verpleegkundige en reageerde : ”Ik kom van heel, heel ver” Ik vroeg me af wie dit zei en ontdekte dat ik dit had gezegd en dat het klopte. De cardioloog had me een schok gegeven. Een half jaar later viel de munt: dat figuurlijk en letterlijk kunnen samen kunnen vallen. Het klopt.

Deze ervaring heeft mij heel diep geraakt in het midden van mijn hart; het samenvallen van weggeweest en teruggekeerd zijn; een uitnodiging om stil te staan bij overbruggen en VERtrouwen, trouw zijn aan VER. Komen we niet allen van ver en keren we hier eens naar terug?

Ik keer terug naar ‘Ins blaue hinein’ en tuur in het Blauwe glazen hart. Er tegenaan kijkend zie ik de munten spiegelen in het glas. Wat is nu nog de waarde van deze munten? Tijd is geld; zijn we niet in de ban van deze koppeling geraakt en is daardoor niet alles zo doorgedraaid dat corona de wereld op zijn kop kon zetten?

Delfse en Delftse vrouwen, van waar je ook mocht komen, in wezen komen we allemaal van hetzelfde VER, laat ons samen een blik in het Blauwe Hart gunnen. Het blauwe hart gevuld met lucht laat ons kijken in ‘Ins blaue hinein’; laat ons samen de moed vinden om zoveel mogelijk te laten kloppen, zowel voor ons gevoel als ons verstand.
Op de grond zie ik een parel verschijnen, eens vereeuwigd in het oor van het Delftse meisje van toen. De parel van ver uit de oceaan laat mij weten: ‘Wij zijn één, vrouwen van toen, nu en later’, vrouwen die alle volgende generaties in zich hebben en zullen dragen. Laten we ons verbonden voelen in het NU en dit proberen uit te dragen op weg naar een helend LATER.