terug

Hennie de Groot-Heupner – 69 jaar

Ik ben Hennie. Ik woon hier in het Poptapark. Ik ben gepensioneerd, maar ik werk nog steeds in de zorg. De zorg voor mensen is eigenlijk mijn passie. Mensen helpen, kijken hoe mensen in het leven staan, wat ze hebben meegemaakt. Ik werk met oudere mensen die eigenlijk al een beetje dementerend zijn. Dat vind ik heel erg boeiend. Ik ben wel een heel zorgzaam type, dat zeggen mijn kinderen ook. Dat zit in me en ik heb dat van huis uit meegekregen. Mijn vader zei altijd: ‘De visite moet altijd de beste plek hebben in je huis.’ Toen dacht ik: ja, dat klopt ook eigenlijk wel. Ik vind het ook heerlijk om voor mensen te zorgen en er voor ze te zijn. En niet alleen familie, maar ook mensen die ik eigenlijk nauwelijks ken. 

Mijn ex-man en ik hebben drie kinderen. We wilden graag kinderen, maar het lukte niet. Uiteindelijk zijn we overgegaan op adoptie. De oudste komt uit Indonesië, de middelste uit Brazilië. Ze waren echt nog baby’s toen ze bij ons kwamen. Dus ik was druk met de kinderen en helemaal niet meer met zwangerschap bezig. Toen raakte ik toch nog zwanger en kregen we een derde zoon. Het opvoeden van drie jongens was niet altijd even makkelijk. De middelste was echt een belhamel. Maar goed, het is me gelukt. Het zijn nu drie volwassen mannen en ze hebben zelf kinderen. Dus ik ben oma. Het voelt heel speciaal, ik zou het voor geen goud willen missen. 

Zeker vijftien jaar geleden kwam mijn middelste zoon naar mij toe en zei: ‘Mam, er staat een mevrouw bij de tram met een baby en een jongetje. Ze moet met de kindjes naar het ziekenhuis, maar daar gaat geen tram naartoe.’ Hij wist dat ze op de Pijperring woonde, maar verder niks. We zijn toen snel in de auto gestapt om te kijken of we haar konden vinden. Mijn zoon weet ook hoe ik ben en dacht: dat gaat mama wel doen. En natuurlijk doe ik dat. Het was een Afrikaanse vrouw, ze had een baby’tje bij zich van een paar weken. Doodziek was het kindje. En het jongetje was denk ik een jaar of twee. We zijn naar het ziekenhuis gereden. Het kindje moest onderzocht worden en daarna moesten er medicijnen gehaald worden, maar de apotheek hier in Delft was dicht, dus we moesten naar Pijnacker. Toen heb ik die mevrouw afgezet bij haar huis en ben ik met mijn zoon naar Pijnacker gereden om daar de medicijnen te halen. Die vrouw had geen familie, was helemaal alleen met haar twee kindjes. Ze woonde nog niet zo lang in Delft en ze sprak alleen maar Engels. Ze was heel erg dankbaar dat wij haar geholpen hadden. Maar ze had ook bijna geen geld en er was ook bijna geen eten in huis. De volgende dag heb ik eten gebracht. Ook heb ik mijn collega’s gevraagd wie er nog kinderkleding heeft. De reactie was echt overweldigend, ik had ineens van alles en nog wat aan kleding. 

We hebben haar nog heel lang begeleid en ze is ook vaak bij ons thuis geweest. We hebben haar zoontje van twee vaak meegenomen, zodat zij een weekje op adem kon komen. Maar op een zeker moment is ze uit beeld verdwenen. Dat is heel jammer. Dus ik heb geen idee hoe het met ze is. Dat is ook weer zoiets, dat ze dan ineens uit je leven verdwijnen. Soms moet je dingen ook loslaten. Dat is dan wel eens lastig, maar het is wat het is. Zo probeerde ik laatst ook met een jongeman te praten die al een paar dagen in het park zat, maar hij gaf bijna geen reactie en wilde nergens over praten. Dat moest ik natuurlijk accepteren, maar het houdt me wel bezig. Ik vond hem heel kwetsbaar, ik zag verdriet in zijn ogen. Ik voel het als mensen niet goed in hun vel zitten. Ik wil altijd een luisterend oor zijn voor iedereen. Dat kan je ook wel eens opbreken. Maar dat is dan maar zo, dan heb je er even last van, zoals bij deze jongeman. Het is heel mooi om te zien dat mijn kinderen heel behulpzaam zijn en klaarstaan voor andere mensen. Ik vind dat je er moet zijn voor je medemens. Iedereen moet voor elkaar zorgen. We zijn allemaal mensen, iedereen heeft recht op een goed leven, iedereen heeft recht op een toekomst. Helaas is dat niet voor iedereen weggelegd. Dat vind ik soms moeilijk. Iedereen heeft recht op alles wat wij hier hebben. Want we hebben het goed hier. Dat heb ik van huis uit meegekregen en dat geef ik ook door aan mijn kinderen. Mijn boodschap is: iedereen is gelijk, niemand uitgezonderd.