terug

Katelijne Heringa – 51 jaar

Ik werd geboren in Wageningen, maar we verhuisden al snel naar Congo, waar we een jaar bleven. Bij terugkomst verhuisden we naar het dorp waar de grootouders van mijn moeders kant ook woonden. Zij speelden een grote rol in mijn opvoeding; ze waren overtuigde atheïsten, vegetariërs en socialisten. Mijn opa had een hele interessante familiegeschiedenis. Zijn ouders waren theosofen, ze aten geen vlees (dat was voor die tijd heel bijzonder), geheelonthouders (nadat mijn over- overgrootvader overigens dronken in de sloot was gevallen en verdronken) en waren overtuigd atheïsten.

De broer van mijn opa, oom Piet Blijenburg, richtte weverij de Ploeg mede op in 1923, die begon als een idealistische landbouwcommune waar iedereen loon naar behoefte kreeg. Ploegstoffen werden later wereldwijd bekend. De Ploeg deed aan een soort Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen avant la lettre. De Ploeg was een werkgemeenschap waarin alle werknemers zoveel mogelijk tot hun recht komen. De beide broers van mijn opa weigerden militaire dienst, waardoor mijn opa vrijgesteld werd van dienstplicht.

Nu zijn dingen als vegetarisme, yoga en emancipatie doodnormaal (mijn opa deed een groot deel van de huishouding). Maar toen was het dat zeker niet. Zeker niet in de streek waar wij woonden. Ook mijn ouders waren idealistisch. Mijn vader deed ontwikkelingswerk en mijn moeder schreef bv brieven voor gewetensbezwaarden via Amnesty. Opgroeien in een vrij traditioneel, katholiek dorp in Noord Brabant was voor ons kinderen die niet ‘mainstream’ waren, niet altijd makkelijk. We vielen best buiten de boot. Op school bv. Het gaf echter ook wel weer voordelen, want de band was hecht met mensen in de omgeving die op dezelfde manier dachten en leefden als wij.

Mijn beide oma s zijn hele sterke vrouwen. Zowel fysiek als mentaal. De moeder van mijn moeder was een hele intelligente vrouw. Zij ging op haar tachtigste nog studeren en haalde toen een graad in de wiskunde. Zij is 98 jaar geworden. Mijn andere oma, de moeder van mijn vader, had het niet makkelijk. Haar man, mijn opa dus,was geen makkelijke man, begrijp ik uit de verhalen. Toch liet mijn oma niet over zich heen lopen. Integendeel. Zij was lid van de Rooie Vrouwen. En toen ik en mijn broer als kinderen een vakantie naar mijn vader op Sri Lanka gingen maakte de vliegtuigmaatschappij onze koffers onderweg kwijt. De koffers met onder meer kaas, die we maanden later pas terugkregen, zaten ondertussen vol met maden en alles was bedorven. De verzekering weigerde ons echter een schadevergoeding te geven. ‘Wacht maar’, zei mijn oma, ‘ik bel wel even.’ En zo geschiedde. In no-time hadden we het geld terug. Deze oma is nu 102 en woonde tot een maand geleden nog helemaal zelfstandig.

Rode draad is denk ik dat er een ongeschreven regel bij ons thuis, in onze familie, was om niet blindelings in het gareel te lopen, maar om out of the box te denken. Om autoriteit niet voor lief te nemen, maar om zelf na te blijven denken. Dat gold voor mannen, maar zeker ook voor vrouwen. Daar ben ik nu blij om en dat maakt mij en mijn familieleden denk ik tot zelfbewuste, originele, redelijk eigenwijze individuen.

Nu woon ik alweer ruim 15 jaar in Delft met mijn man en twee kinderen. Ik voel me helemaal thuis hier. Het oude centrum vind ik bijvoorbeeld prachtig. Tussendoor hebben we nog vier jaar in Soedan gewoond. Van tevoren trok dat land ons eerlijk gezegd niet. zo Maar ik ben heel veel van dat land en de mensen daar gaan houden. We hebben zoveel hele lieve, enorm gastvrije mensen ontmoet daar.

Wat ik mee zou willen geven aan volgende generaties is: geloof in jezelf. Stippel je eigen pad uit. Ga voor wat je zelf wil. En daarnaast (en dat heb ik vooral geleerd van de tijd die ik in het buitenland heb doorgebracht): probeer niet in hokjes te denken. Probeer het gesprek aan te gaan, ook met andersdenkenden. Zo krijg je de mooiste en meeste verrassende gesprekken. Echt waar, er gaat een wereld voor je open.