terug

Adrienne Rombout – 42 jaar

Van jongs af aan ben ik geïnspireerd door de natuur en gebruik ik natuurlijke materialen om mee te creëren. Toch voel ik me pas sinds een jaar erkend als kunstenaar. Ik ben dan wel al enkele jaren van carrière geswitcht, toch voelde ik nog een bepaald ongemak om me als zodanig te profileren. Voor mijn carrièreswitch was ik met plezier opgeleid en werkzaam geweest als sociaal pedagogisch hulpverlener, waaronder in niet Westerse landen. Daar leerde ik om zonder oordeel mee te bewegen met wat is. Ik gebruikte creativiteit als middel in de begeleiding van cliënten en was onder de indruk van die waarde. Na een operatie richtte ik me op mijn kunstzinnige ontwikkeling in Florence en Nice. Vervolgens vestigde me dichtbij het Westland waar ik ben opgegroeid in mijn geboortestad Delft. Daar werk ik als zelfstandig ondernemer van Art Works Well.

De kentering om me daadwerkelijk kunstenaar te voelen kwam tijdens de coronatijd. Het begon allemaal met de ontvangst van een Kalanchoe plantje. Terwijl ik het plantje in mijn handen hield en van de vrolijke kleur en de vele kleine bloementjes genoot, speelde in mijn gedachten wat er in de wereld gaande was. Ik zag de overvloed aan bloemen en planten uit het Westland die werd vernietigd. Ik zag de nood in de zorg én het applaus voor het zorgpersoneel. Ik zag teddybeertjes achter de ramen van vele huizen om kinderen op te beuren. Hierdoor kwam ik op een idee. Daarmee zou ik het zorgpersoneel een hart onder de riem steken, troost bieden aan patiënten, de kwekers steunen door te voorkomen dat hun planten vernietigd zouden worden en ook heel belangrijk, ruimte geven aan mijn eigen behoefte aan expressie op deze situatie. Nog diezelfde middag belde ik een Kalanchoe-kweker en deelde mijn idee. Hij vertelde me dat de volgende dag 10.000 planten vernietigd zouden worden. Het was tijd om snel te handelen. Ik besloot om van de bloeiende planten, een mozaïek te maken in het patroon van een teddybeer. Ik belde de volgende dag diverse zieken-en verpleeghuizen in de regio. Het Erasmus MC te Rotterdam was de eerste waar ik meteen die dag met de juiste mensen in contact kwam. Diezelfde middag creëerde ik samen met mijn moeder een beer met een oppervlakte van 75 vierkante meter. Ik noemde het kunstwerk de Compassiebeer. Later creëerden we beren met een oppervlakte van 100 vierkante meter in de binnentuinen van het Wilhelmina kinderziekenhuis te Utrecht en verpleeghuis de Bieslandhof te Delft. Mijn kunst staat altijd in relatie tot de natuur en dankzij weersinvloeden bloeiden deze Compassieberen wel tien weken lang.

Vervolgens nam ik het initiatief voor een regionaal verbindingsproject. Een duurzaam kunstwerk door en voor ondernemers en burgers uit Delft, Midden Delfland en Westland, allen op het ziekenhuis in Delft aangewezen. Met veel medewerking en donaties creëerden we een beer van 4,5 meter hoog en 3,5 meter breed, bedekt met een vacht van winterharde planten. Middels een bewateringssysteem krijgen de plantjes water en blijft de beer jaarrond groen. De Compassiebeer zit stevig en zachtaardig voor de hoofdingang van het ziekenhuis in Delft. Een symbool van waardering voor de zorg en steun voor patiënten. De Compassieberen zijn alom omarmd. Vanaf het begin was er veel waardering, enthousiasme en een overvloed aan media aandacht. Zowel in landelijke als regionale media werd gesproken en geschreven over de Delftse kunstenaar en haar Compassieberen. Dat ging over mij en vanaf dat moment voelde ik me kunstenaar.

Waarom dit initiatief en zoveel inzet. Voor mijn carrièreswitch onderging ik een operatie en drie maanden volledige bedrust in een verpleeghuis. Ik lag van borst tot knie in het gips. In die tijd zag ik de hoge werkdruk van het zorgpersoneel. Tijdens de corona uitbraak kon ik me nauwelijks voorstellen hoe hoog die werkdruk op dat moment zou zijn. Dankzij deze periode koos ik voor een kunstzinnige ontwikkeling. Tijdelijk niets doen en reflecteren over jou betekenis kan heel belangrijk zijn in het leven.